|
‘Kamper Gouden Eeuw was
volledig slaafvrij en fair trade’
Tekst Alex de Jong Fotografie Ruud Ploeg
Verhalen. Ze vertelt ze graag en goed. Wie met Hanneke Bennett van het Stedelijk Museum Kampen in gesprek is, hoort het ene bijzondere verhaal na het andere. Verhalen over Kampen en haar kogge. Over de Hanze, over handel, welvaart en rijkdom. Over de Gouden Eeuw van Kampen. ‘Die mag nog steeds de Gouden Eeuw genoemd worden, want bij ons was die tijd volledig slaafvrij en honderd procent fair trade.’ Kortom: een tentoonstelling over Kampen en haar IJsselkogge biedt volop ruimte aan bijzondere verhalen. Van 5 oktober tot en met 8 december is de tentoonstelling te bewonderen.
Een tentoonstelling die zeer tot de verbeelding spreekt. Zeker met Hanneke als gids. ‘Maar ook onze medewerkers en vrijwilligers kennen de verhalen, hoor. Iedere bezoeker mag hen aanspreken en ernaar vragen…’
Belevenis
Een museum bekijken is leuk, maar ‘het echt beleven’ is een wereld van verschil. De Gouden Eeuw van Kampen en de IJsselkogge staan centraal op vier locaties in de stad onder de naam ‘Kampen Koggestad: geheimen van de IJsselkogge’. Zo worden in het Stedelijk Museum Kampen vondsten uit de IJsselkogge getoond en wordt de Gouden Eeuw met tal van voorwerpen in beeld gebracht. Topstukken zijn onder meer een grafplaat (1368) van een op Schonen (Zweedse handelspost van handelaren uit Kampen) overleden Kamper burgemeester en bijzondere handschriften en documenten uit onder meer de Koninklijke Bibliotheek. Bij de Koggewerf ligt de Kamper Kogge afgemeerd en zijn er tal van activiteiten. Op de binnenplaats van het Stadsarchief Kampen is een levensgroot bordspel rondom handel en zeevaart. ‘Hier ben je zelf de levensgrote pion en kun je ervaren hoe het is om de Ommelandtocht te varen’, vertelt Hanneke. Verder exposeert glaskunstenaar Bernard Heesen in de Voormalige Synagoge met nieuw werk, geïnspireerd op het in het museum getoonde objecten. ‘Maar natuurlijk gaat deze geschiedenis pas echt leven met de juiste verhalen.’
IJsselkogge
‘Als we het over de Gouden Eeuw hebben, denken we automatisch aan de periode die in de Nederlandse geschiedenis goeddeels samenvalt met de 17eeeuw en die vooral voor de westelijke gewesten van ons land gold. Maar al veel eerder, rond de 8eeeuw, kunnen we ook al van een Gouden Eeuw spreken’, vertelt Theo van Mierlo, als geschiedkundige werkzaam bij het museum, en die als geen ander de geschiedenis van Kampen en de IJsselkogge kent. ‘Voor de IJsselstreek en de oostelijke kust van de toenmalige Zuiderzee mag de late 14een de 15eeeuw zeker een Gouden Eeuw genoemd worden. Nog steeds is in Kampen veel te zien wat aan deze tijd herinnert.’
‘Deze Gouden Eeuw was volledig slaafvrij en honderd procent fair trade’, vertelt Hanneke. ‘Iedereen die werkte, kreeg betaald.’ Vooral de kogge heeft een enorme impact op de ontwikkeling en rijkdom van de stad gehad. ‘Dan kun je ervoor kiezen de kogge simpelweg te etaleren, maar dan kijk je slechts naar een object uit het verleden. Dat zegt weinig, waar juist de verhalen die je eromheen kunt vertellen, de geschiedenis echt levend maken.’ Dus werd er een wel heel bijzondere audiovisuele presentatie gecreëerd. Met zeilen als projectiescherm en een omgeving die in aankleding (kleuren én geuren!) doet denken aan een kogge. Zeer de moeite waard!
Rotterdam aan de IJssel
‘Over het ontstaan van Kampen bestaat nog veel onduidelijkheid. Verondersteld wordt dat de stad zich vanaf de tweede helft van de 12eeeuw heeft ontwikkeld aan de monding van de IJssel, waar riviervaart overging in zeevaart. Deze ontwikkeling viel min of meer samen met de ontwikkeling van een nieuw scheepstype, de kogge: de kustvaarder van de late middeleeuwen, die het mogelijk maakte de Oostzee te bereiken door om het noorden van het huidige Denemarken heen te varen, de zogenoemde ‘Ommelandvaart’. Met een gemiddelde lengte van 25 meter was het naar huidige maatstaven een relatief klein schip, maar het laadvermogen van 60 tot 80 ton was veel groter dan dat van vroegere scheepstypen en bovendien was de stabiliteit beter’, vertelt Theo.
Hanneke: ‘Een schip van 25 meter zegt ons nu niet zo heel veel. Tegenwoordig kennen we immens grote schepen, maar je moet je voorstellen dat er in die tijd geen grotere schepen waren dan een kogge. Dan heb je het over de mammoettanker van toen! Als je dat vertelt, realiseren mensen zich ineens wat de impact van een dergelijk schip voor Kampen moet zijn geweest…’
Met de kogge kon je niet stroomopwaarts de rivier op varen. ‘Dit gebeurde vooral met rivierschepen en verklaart ook waarom Kampen, de plaats waar goederen overgeslagen werden van rivierschepen naar de koggen, snel kon groeien’, aldus Theo. Hanneke vult aan: ‘Kampen was het Rotterdam van de Middeleeuwen. Zocht je de Randstad? Dan moest je hier zijn. Hier was het hart van de handel. Hier gebeurde het.’
Ontgroening met hondenkop
‘Kampen was al vroeg een belangrijke speler in de handelsvaart naar de Oostzee. Dat blijkt onder meer uit de twee oudste archiefstukken aanwezig in het Stadsarchief van Kampen’, vertelt Hanneke. ‘Twee privileges van de Deense koning Abel aan de ‘umlandfarae’ (zij die óm Denemarken heen naar de Oostzee voeren), gedateerd 24 en 25 september 1251. Handelaren moesten tol betalen aan de koning van Denemarken, wilden ze ongestoord langs de kust kunnen varen. Maar de handelaren uit de IJsselstreek wisten lagere toltarieven te bedingen.’ Ook het voorkomen van zee- of strandroof was een belangrijk oogmerk van de privileges. ‘Dat de oorkonden in Kampen worden bewaard, geeft aan dat Kampen hier een belangrijke rol in had.’
Theo: ‘Ook mag de Kamper riviervaart en de handel met het achterland niet onderschat worden. In het Stedelijk Museum Kampen behoort de drinkhoorn van het Sint Anna- of Rijnschippersgilde tot een van de topstukken. Deze gildehoorn is het oudste bekende zilveren gildestuk van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden.’ Over deze drinkbeker heeft Hanneke nog een bijzonder verhaal. ‘Het werd gebruikt bij het ontgroenen van nieuwe gildeleden. Ze kregen de drinkhoorn, gevuld met drank en moesten dat in één teug achterover slaan.’ We staan bij de beker en ze wijst naar de voet. ‘Kijk eens goed: daar zit een hondenkop op. En stel je nu eens voor dat de mensen niet, zoals bij ons, met allerlei filmpjes via de tv, computer en telefoon zijn opgegroeid. Je drinkt als nieuweling voor het eerst uit de gildebeker, ten overstaan van een hele hoop vreemden, wilt geen flater slaan, maar het drinken valt je zwaar. En als je dan de laatste slok wilt nemen, dan zie je ineens een grote hondenkop vlak voor je gezicht. Je kunt je voorstellen wat voor schrik dit teweeg bracht; en hilariteit bij alle mannen rondom…’
Handel
‘Hoewel aanvankelijk vooral de nadruk gelegen zal hebben op overslag van goederen van rivier- naar koggeschepen, werd de verre handel in de loop van de 13eeeuw steeds belangrijker’, vertelt Theo. ‘Kamper koggeschepen deden de IJsselstad vaak niet meer aan en vervoerden in opdracht van Kamper kooplieden producten van en naar verschillende steden langs de kusten van de Noord- en Oostzee. Tegelijkertijd kwamen de verdiensten van schippers en kooplieden wel in de stad terecht. Zo maakte de stad vooral in de 14eeeuw een stormachtige groei door in oppervlakte en in welvaart en werd een stad met zo’n achtduizend inwoners.’ De stad was inmiddels zo rijk, dat er stenen huizen gebouwd werden. Hanneke: ‘Vanaf 1324 gaf de stad subsidie op het aanbrengen van een pannendak. Dat doe je alleen maar als je heel erg rijk bent…’ Die rijkdom zien we, als we door de stad lopen, nog overal om ons heen. ‘Diverse bouwwerken getuigen nog steeds van deze ongekende welvaart en rijkdom. De stad beleefde een ware Gouden eeuw’, stelt Theo. ‘Leuk detail’, gaat Hanneke verder: ‘Onder de Koornmarkt ligt nog de oude Middeleeuwse straat. Onder meer met stenen die van lange reizen als ballast mee terug werden genomen.’
‘In de 14eeeuw had het Hanzeverbond zich inmiddels omgevormd van een kooplieden- tot stedenverbond. Kampen nam daarbinnen een bijzondere plaats in. Hoewel formeel geen lid van de Hanze, was het steeds een belangrijke gesprekspartner binnen het verbond. Tenminste, indien de stad zelf óf de Hanze daar voordeel mee kon behalen. Er zijn namelijk ook momenten geweest dat Kampen bij conflicten tussen de Hanze en Europese vorsten haar eigen koers voer. Pas in 1441 vroeg Kampen het lidmaatschap van de Hanze aan.’ Volgens Theo werd lang aangenomen dat dit kwam omdat de handel in Kampen minder werd; mede omdat de IJssel aan het verzanden was. ‘Toch zijn er tal van ontwikkelingen in het 15eeeuwse Kampen waar te nemen die eerder duidden op een zich handhavende, maar wel veranderende handel en economie. Het lijkt erop dat in de 15eeeuw de goederentransporten via Kampen en de riviervaart weer in omvang toenamen. Vermoedelijk werden goederen nu wel in de stad opgeslagen tot een moment waarop een betere prijs kon worden bedongen. Veel huizen werden in die tijd verhoogd met een derde verdieping, vermoedelijk voor goederenopslag. Er verrees aan de kade een imposante stenen hijskraan en in 1448 bouwde de stad een brug over de IJssel, waarmee de vrije doorvaart werd geblokkeerd en de stad tol kon heffen over passerende schepen en hun goederen. In het laatste kwart van die eeuw kende Kampen bovendien een enorme stadsuitbreiding.’
Een goed bevaarbare rivier bleef van levensbelang. Er werd gebaggerd, maar ook werden zijarmen van de IJssel werden afgedamd om verzanding van de IJssel te voorkomen. Theo: ‘Mogelijk is de in 2016 gelichte IJsselkogge rond 1450 vergaan bij een poging om een dergelijke ten noorden van de stad gelegen zijarm af te dammen.’ Het is dit schip dat volgens hem symbool staat voor de tweede helft van Kampens Gouden Eeuw. ‘En misschien is de fraaie Schepenzaal in het Oude Raadhuis, verrezen na een vernietigende brand in 1543, wel het meest indrukwekkende bewijs dat de Gouden Eeuw van Kampen tegen het midden van de 16eeeuw nog niet voorbij was.’ Oh, en wil je nog een mooi verhaal horen? Als de Kampenaren eerder niet een massief smeedijzeren deur uit het ingenomen kasteel Voorst bij Zwolle als roofbuit hadden meegenomen, dan was bij deze brand het gehele stadsarchief, met al zijn waardevolle documenten, volledig in rook opgegaan. Dan hadden Theo en Hanneke nooit al deze mooie verhalen kunnen vertellen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Na deze tentoonstelling blijft er in het Stedelijk Museum Kampen natuurlijk nog genoeg te zien. Zo opent op 21 december de tentoonstelling “Stillevens” in het museum en toont Wendelien Schönveld haar werk in de Voormalige Synagoge.